23.5.12

Auschwitz

Ik heb zin om te bloggen, maar eigenlijk ook niet. Omdat ik weet dat het zal gaan over de afgelopen dagen, waaronder Auschwitz. Ik denk graag heel lang na over de dingen die ik meemaak. Vaak kan ik weken of maanden later pas merken wat de impact van dingen is. Zo ook over Auschwitz dus. Gevoelens druppelen pas wat later binnen. Maar dit kwam toch vrij hard binnen kan ik zeggen.


Daar zitten we dan. Gezellig kletsend, over twee busjes verdeeld. We zijn op weg naar een voormalig concentratiekamp, maar dat valt niet te merken. In ieder geval, misschien kletsen we wat spanning weg. Hoe beleeft ieder dit? Ik ben altijd benieuwd naar de psyche van anderen.  We stappen uit in Oswiecim, in de zinderende hitte die af en toe verlicht wordt door een zuchtje wind. In het eerste deel van het kamp, Auschwitz I, wordt niet om de feiten heen gedraaid; foto’s, voorwerpen zoals schoenen, en menselijke resten zoals haar worden voor je neus gezet. Niet letterlijk natuurlijk, maar je kan er als bezoeker nu niet meer om heen. Hier zijn gruwelen gebeurd. Ik wordt er een beetje onpasselijk van.  En toch, dit is niet het Auschwitz van National Geographic. Het maakt zeker indruk, maar Auschwitz I is een wonderlijk dorp met grote stenen huizen, straten, en soms wat prikkeldraad. In de tijd van de oorlog stonden er zelfs bloemetjes. De Nazi’s wisten goed te misleiden en eigenlijk doen ze dat nu nog steeds.


Na een vermoeiende rondleiding van minstens twee uur mogen we weer in een busje stappen. Ik weet niet zo goed wat ik nu kan verwachten. We weten dat we naar Birkenau gaan, het aparte deel van het kamp, het meest beruchte deel. Ik val stil midden in een geanimeerd gesprek. Voor ons doemt een enorme vlakte op. Prikkeldraad, wachttorens, rails, een veewagon, barakken. De lucht is strakblauw, de vogeltjes fluiten, de zon schijnt. Het contrast is zo enorm. Onze gids verteld terwijl we onder de poort het kamp binnenlopen. Dit is het dan, denk ik bij mezelf. Het klinkt heel dramatisch maar zo voelt het wel. Je kunt je gewoon niet voorstellen dat hier honderden, duizenden mensen langs het prikkeldraad gelopen hebben. Verward, gedesoriënteerd, moe van de honger, de kou, de hitte, versuft. Hoe heeft iemand hier kunnen overleven?


Ik lig ’s avonds op onze kamer in het stapelbed als de paniek een beetje toeslaat. Het is zo donker. Het bovenste bed komt bijna op me af. In Birkenau sliepen de gevangenen met z’n drieën of meer naast elkaar, op steen met een laagje stro. En dat dan drie boven elkaar. Het lijkt me zo ontzettend beangstigend om daar te liggen, zonder je ouders, zonder je vrienden. Het gemompel en gekreun van je mede gevangenen aanhoren. Je afvragen of er vanavond weer iemand sterft.


Onvoorstelbaar dat dit ooit heeft kunnen gebeuren. Ik moest het toch even opgeschreven hebben gewoon voor de herinnering. En om het tastbaar voor mezelf te maken. Laten we dit nooit vergeten, hoe cliché het ook klinkt.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten